De rolroeren brengen de vleugels omhoog en omlaag. De piloot bestuurt de rol van het vliegtuig door het ene of het andere rolroer met een stuurwiel omhoog te brengen. Door het stuur met de klok mee te draaien wordt het rechter rolroer omhoog gebracht en het linker rolroer verlaagd, waardoor het vliegtuig naar rechts rolt. Het roer werkt om de gier van het vliegtuig te regelen.