De dichtheid van de vloeistof heeft rechtstreeks invloed op de opwaartse kracht die een ondergedompeld object ondervindt. Stel je twee objecten voor met hetzelfde volume, één ondergedompeld in water (dichter) en de ander in olie (minder dicht). Volgens het principe van Archimedes is de opwaartse kracht gelijk aan het gewicht van de verplaatste vloeistof. Omdat water een hogere dichtheid heeft, weegt het per volume-eenheid meer dan olie. Als gevolg hiervan ervaart het object in water een grotere opwaartse kracht dan dat in olie, ook al zijn de ondergedompelde volumes identiek. In eenvoudiger bewoordingen zorgen dichtere vloeistoffen voor een sterkere "drijvende druk" op ondergedompelde objecten.