Een activiteitscoëfficiënt is een factor die in de thermodynamica wordt gebruikt om afwijkingen van ideaal gedrag in een mengsel van chemische stoffen te verklaren. In een ideaal mengsel zijn de microscopische interacties tussen elk paar chemische soorten hetzelfde (of macroscopisch equivalent, de enthalpie-verandering van oplossing en volumevariatie bij het mengen is nul) en als resultaat kunnen de eigenschappen van de mengsels direct worden uitgedrukt in termen van eenvoudige concentraties of partiële drukken van de aanwezige stoffen, bijv. de wet van Raoult. Afwijkingen van idealiteit worden opgevangen door de concentratie aan te passen met een activiteitscoëfficiënt. Op analoge wijze kunnen uitdrukkingen waarbij gassen betrokken zijn, worden aangepast voor niet-idealiteit door de partiële drukken te schalen met een vluchtigheidscoëfficiënt.
Voor elk gesloten systeem dat is gevormd uit bekende hoeveelheden voorgeschreven chemische soorten, wordt de evenwichtstoestand volledig bepaald wanneer twee onafhankelijke variabelen worden vastgesteld. De twee onafhankelijke variabelen die aan specificatie onderhevig zijn, kunnen in het algemeen intensief of uitgebreid zijn. Het aantal onafhankelijke intensieve variabelen wordt echter gegeven door de faseregel. Dus als F = 1, moet ten minste één van de twee variabelen uitgebreid zijn en als F = 0 moeten beide uitgebreid zijn.