Componenten die bijdragen aan niet-productieve tijd
1) Machine-uitvaltijd: Tijd waarin machines stil staan vanwege onderhoud, gereedschapswisselingen, configuratie of andere redenen. 2) Insteltijd: de tijd die nodig is om machines, armaturen en gereedschappen gereed te maken voor productie. 3) Gereedschapswisseltijd: tijd besteed aan het wisselen van gereedschappen, inclusief het stoppen van de machine, het vervangen van gereedschappen en kalibratie. 4) Onderhoudstijd: tijd die wordt besteed aan preventief onderhoud, reparaties en machineaanpassingen. 5) Administratieve tijd: tijd besteed aan administratieve taken, zoals planning, planning en documentatie. 6) Wachttijd: de tijd die wordt besteed aan het wachten op materialen, instructies of middelen om door te gaan met de productie. 7) Trainingstijd: tijd die wordt besteed aan de opleiding van medewerkers en de ontwikkeling van vaardigheden.