De relatie tussen regen en afvloeiing voor elke regenbui hangt af van de dynamische interactie tussen regenintensiteit, bodeminfiltratie en oppervlakteberging.
Afvloeiing vindt plaats wanneer de regenintensiteit de infiltratiecapaciteit van de bodem overschrijdt, op voorwaarde dat er geen fysieke belemmeringen zijn voor de stroming aan de oppervlakte.