Relatieve nauwkeurigheid voor tweede orde klasse I wordt bepaald door een reeks metingen uit te voeren op een bekende basislijn en de waargenomen hoeken te vergelijken met de werkelijke waarden. De standaarddeviatie van de verschillen tussen de waargenomen en werkelijke waarden wordt vervolgens berekend en de relatieve nauwkeurigheid wordt uitgedrukt als een verhouding van de standaarddeviatie tot de vierkantswortel van de lengte van de basislijn.