✖De lengte van leiding 1 beschrijft de lengte van de leiding waarin de vloeistof stroomt.ⓘ Lengte van pijp 1 [L1] | | | +10% -10% |
✖Het cilinderoppervlak wordt gedefinieerd als de totale ruimte die wordt ingenomen door de vlakke oppervlakken van de basis van de cilinder en het gebogen oppervlak.ⓘ Gebied van cilinder [A] | | | +10% -10% |
✖De hoeksnelheid verwijst naar hoe snel een object roteert of draait ten opzichte van een ander punt, dat wil zeggen hoe snel de hoekpositie of oriëntatie van een object in de loop van de tijd verandert.ⓘ Hoeksnelheid [ω] | | | +10% -10% |
✖De krukasradius wordt gedefinieerd als de afstand tussen de krukpen en het midden van de krukas, dwz een halve slag.ⓘ Radius van krukas [r] | | | +10% -10% |
✖De hoek die door de zwengel in radialen wordt gedraaid, wordt gedefinieerd als het product van 2 keer pi, snelheid (rpm) en tijd.ⓘ Hoek gedraaid door slinger [θ] | | | +10% -10% |
✖Het buisoppervlak is het dwarsdoorsnede-oppervlak waardoor vloeistof stroomt en wordt aangegeven met het symbool a.ⓘ Gebied van pijp [a] | | | +10% -10% |
✖De verhouding tussen de lengte van de drijfstang en de kruklengte wordt aangegeven met het symbool n.ⓘ Verhouding van de lengte van de drijfstang tot de kruklengte [n] | | | +10% -10% |