Een stroming waarbij de hoeveelheid vloeistof die per seconde stroomt niet constant is, wordt een onstabiele stroming genoemd. Onstabiele stroming is een voorbijgaand fenomeen. Het kan na verloop van tijd een stabiele of nulstroom worden. Voor. bijvoorbeeld wanneer een klep aan het persuiteinde van de pijpleiding gesloten is.
Een opstuwing is een deel van een rivier waarin weinig of geen stroming staat. Het kan verwijzen naar een zijtak van een hoofdrivier die ernaast ligt en er vervolgens weer op aansluit, of op een watermassa in een hoofdrivier, ondersteund door het getij of door een obstakel zoals een dam. Het opstuwingseffect stuurt de secundaire stromingen naar achteren, wat resulteert in het creëren van een bochtig patroon stroomopwaarts van de krimp. Het Backwater-fenomeen leidt tot een verhoging van het wateroppervlakteniveau van stroomopwaartse gebieden, waardoor de dreiging van overstroming tijdens overstromingen ontstaat en de longitudinale omvang van het rivierbereik wordt beïnvloed.